Afgezien van wat licht gespetter hadden we vandaag een wisselend bewolkt dagje, met net genoeg wind om te kuilen. In de vroege ochtendmist Hindeloopen uit, net iets te vroeg bakboord uit waardoor we nog even over een bankje schuifelden. Prutsen met bomen zijn we gewend van het Wad, dus even later alweer goed op weg, westwaarts. Na een hoogteslag de kuil eruit en koers richting Breezanddijk. De wind zakte wat in: alle zeilen bij. Niet alleen de kluiver in top, maar ook de aap werd uit het vooronder vrijgelaten en in de dirk gehesen.
Het IJsselmeer kan bij tijd en wijle nogal een klotszee zijn. En dus ook vandaag. Vanaf het moment dat we de kuil binnenhaalden (15:00, met een handjevol spiering als waardering voor onze noeste arbeid) tot dat we weer ruwweg in de buurt van ons netje van gisteren waren (vele uren later) hobbelden we op een wijze die deed terugdenken aan de monsterovertocht uit Workum na de visserij van vorig jaar. Het donker was ruimscheeps gevallen toen we bij Oude Zeug waren. Zoeken naar onze joontjes is als zoeken naar een spiering met een kuil in ons geval. We besloten voor de werkhaven een oppertje te kiezen en morgenochtend vroeg maar op zoek te gaan. Half tien ging het anker uit voor de nacht.