De (deels) rode rand die de botter siert heet het boeisel. Sinds vorige zomer zat daar een stukje blik op, om lekkage te verhelpen. Dat blikje bleef niet zo goed zitten, wat een veeg teken is. Dus eindelijk maar eens de moed bijeengeraapt en onderzocht wat daar aan de hand is. Een klein stukje hout verwijderen leidde tot het vervangen van ruim drieenhalve meter boeisel. Nou ja, liefst hadden we het meteen helemaal vervangen tot aan het steven. Als je dan toch bezig bent… maar daar is zó’n kromme plank voor nodig en die werd niet meteen gevonden.
Nadat alle smetjes van de achterliggende inhouten waren gekrabd en grote en kleine ‘wiebertjes’ uitgehakt en ingelijmd waren, hebben we samen met de scheepstimmerman Jeroen de mal gemaakt en op het nieuwe hout gelegd. En dan volgt een dag met zagen, schaven, passen, klemmen, meten, passen, meten, aftekenen, bijschaven, afzagen, teren, vastzetten, afdoppen en zeeg schaven.
Tot slot van de werkdag moest de doorvoer van de plecht weer gemaakt worden, zodat eventueel regenwater ook weer geloosd kan worden. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan. We waren moe en het paste net niet. Werd vervolgd dus. En dan blijkt weer waarom we wel van ’t hout, maar niet van ’t ijzer zijn. Wat een gedoe… maar uiteindelijk is ook de afvoer gereed. Nog een paar extra bouten rond het zeilwerk om de boel extra goed vast te zetten, de aanvaringsklamp weer erop (nadat die ook een beetje opgeknapt was) en de dame heeft weer een mooie opknapbeurt achter de rug. Nu alleen nog bedenken wanneer het boeisel opnieuw rood wordt…