(Boeten = netten boeten = repareren van een visnet)
Op een mistige zaterdag in november 2011 komen schippers en bemanning die hebben meegevaren op de afgelopen visserijdagen bijeen op de scheepstimmerwerf De Hoop in Workum. Ze gaan een begin maken met het boeten van de netten, met het oefenen van het visserslatijn en het vullen van kruikjes met berenburg. Een volleerd visserman legt (aan wie het wil horen en proberen) geduldig uit hoe het breien en boeten van een net idealiter in zijn werk zou gaan. Met een flink stuk touw – niet zo’n dun draadje – demonstreert hij de halve knopen waarmee zo’n net samenhangt. Na enige oefening verplaatst hij de aandacht naar een proefstuk waar maas voor maas een stukje aangebreid moet worden. Dat blijkt al iets lastiger, omdat alle mazen even groot moeten worden. Dan volgt de grote uitdaging, waar we de rest van de winter op kunnen oefenen: een net met een heus gat. Het schijnt de bedoeling te zijn dat het gat eerst uitgesneden moet worden – lees, groter gemaakt – en moet beginnen met een zogenaamde driepoot. Daarna is het net zoiets als het breien dat net geoefend is, maar dan anders. Al breiend zou het gat zich dan als vanzelf weer moeten sluiten…. Zover reiken mijn boetkunsten echter nog niet, dus daarvoor zal ik, als maat in opleiding, deze winter nog een paar weekenden boete moeten doen…
Derk
