‘Vroeger’, in de jaren dat we de botter restaureerden hadden we met enige regelmaat contact met Gerrit van Triest. Van deze Elburger hoorden we veel over hoe de EB58 er in zijn jeugd, de jaren van de visserij uit moet hebben gezien. We hebben ons best gedaan de botter weer in die staat terug te brengen.
Maar wij, wij lijken natuurlijk in de verste verten niet op de vissers van toen. Vorig jaar hebben we Gerrit dan ook niet gebeld toen een Hoornse breister aanbood visserstruien voor ons te breien. Geïnspireerd door het boek en de tentoonstelling van Stella Ruhe leek het bijzonder toepasselijk en sentimenteel: een Trui naar Elburgs patroon. Zo’n trui schijnt onderdeel geweest te zijn van de klederdracht in de Zuiderzeeplaatsen. De trui verdween uit de ‘dracht’. Niet omdat de mannen ze niet meer wilden dragen, maar omdat de vrouwen ze niet meer wilden breien. Waarom breien, als je ook een, weliswaar machinaal gebreide, trui kunt kopen? Vanwege het sentiment dan maar.
Het verhaal wil dat iedere plaats zijn eigen patroon bad, met eigen motieven. Daar wordt bij verteld dat uitgerekend Elburg tot ongeveer 1930 niet aan deze mode meedeed. Daar waren de truien een mengelmoesje van motieven, zonder basispatroon. Daarna was zo’n patroon er kennelijk wel. En gelukkig voor onze breister was het redelijk eenvoudig, met de regelmaat van de zee. Eb en vloed heet het patroon van horizontale banen waarin rechtgebreid wordt afgewisseld met gerstekorrel. Geen bliksemschichten, visgraten, -netten, golven, kabels, kettingen, ladders of een levensboom. Het bijzonderste motief is het godsoog dat beschermde en bewaakte, en de vissers trouw hield in vreemde havens. Een mooi woord toch! Dat motief staat wel op mijn muts, maar niet op onze nieuwe truien. Daar in Elburg deden ze niet zo moeilijk. Onze truien dragen heerlijk en met trots. We hopen in september in onze trui Elburg aan te doen wanneer de lokale botterstichting een feestje viert.
Graag gedaan!