Het Wad kan oorverdovend stil zijn. De stedelijke (of misschien beter: door mensen geoccupeerde) omgeving levert zoveel auditatief onbewust geaccepteerde achtergrondruis op dat het volledig ontbreken ervan des te meer impact heeft. Zeker als dan ook de wind zich beperkt manifesteert. Dan glijden we zachtjes langs droogvallende platen. En als Aeolus dan helemaal in slaap gevallen is, bomen we een slenkje in omdat het gebruik van de motor als een onbeschofte aanslag op de stilte wordt beschouwd. Stilte die slechts doorbroken lijkt te mogen worden door de natuurlijke Wadbewoners en een zacht maar beperkt gefluister van schipper en maat.
We hebben wederom prachtige zomerse zeildagen achter de rug. Van Schiermonnikoog zijn we inmiddels teruggekeerd op het westelijke deel van het Wad. Via de van de Zachtebed Race bekende Piet Scheve plaat (aangestaard door tientallen gezapig doezelende zeehonden) zijn we, met het geultje voor Ameland als tussenstop, de nodige wantijden opgeschoven. Aanbeland in de al eerder gefrequenteerde haven van Den Oever liggen we nu tussen moderne zusjes van de oude dame met onze laatste vakantieweek voor de boeg. Even terug in de industriële werkelijkheid van een operationele visserijhaven. En even geen gefluister meer.