Wennen. Wennen aan huizen. Aan muren, plafonds. Aan auto’s, mensen, sirenes, trams. Wennen aan het niet kunnen zien van de horizon. Van omhoog moeten kijken voor een stukje lucht, in plaats van recht vooruit voor 30 km zicht. ’s Nachts koplampen en lantaarnschijnsel in de huiskamer of de lichtwerpselen van vier vuurtorens aan en over de rand waar de aarde buigt. Ogen die scherp stellen op meters, in tegenstelling tot op oneindigheid.
Vakantie met de oude dame op het Wad levert altijd een gewenningsproces op bij terugkomst. Andersom is dat nauwelijks het geval. Je stapt aan boord en bent in een andere wereld. Drie weken vakantiezeilen betekent voor ons ook proberen zoveel mogelijk betonning, havens en mensen te mijden. We gaan één keer per week, door slip en schelp, aan land voor de bootschappen, zoveel als de rugzak toelaat.
De bijzonder hete zomer van dit jaar maakt het verblijf op het water aangenamer, ook al valt dat water elke paar uur (deels) weg. De oude dame hield zich kranig onder al dat zonnegeweld al waren zo nu en dan enkele teersmeerbeurten nodig om druppelende plechtnaden weer even te dichten. Ons jarig varend vakantiehuisje bracht ons weer van Den Oever tot Schiermonnikoog en van De Hon tot Kimstergat.