Na de korste nacht van het jaar zeilen we voor ons doen vroeg van Pampus haven naar het Noorden. Dat weekend hebben we onzelf en d’oude dame uitgelaten. Een mooie zomeravond voor anker onder de West Friese kust, op ons dooie gemakkie langs die kust gescharreld, het Paard gegroet en een rondje om het fort, om in de werkhaven ‘voor Pampus’ te gaan liggen. Daar zijn we lang niet geweest! Eigenlijk is het een prachtig plekje; onder de windmolens zeilen eraf, anker eruit. De wind draait van Noord naar Zuid, en steeds ligt de dame rustig achter een dijkje zachtjes te deinen. Als de sterretjes verschijnen gaan we te kooi. En de volgende morgen vroeg op pad, net als de zon zich gaat verschuilen achter druilerige wolken. Bij het Paard staat ‘Thijs van de Toren‘ naar ons te zwaaien, en wij zwaaien terug. Zo wordt je dus gespot.
Dat gebeurde nog eens, toen ik op een even druilerige woensdagmiddag een berichtje ontvang: “Lig jij voor NPZ? Bel me dan even; het is moeilijk door slechte prikken.” Alweer de aandacht van een spotter! Maar helaas, d’oude dame heeft dan wel antiek ‘(ossenbloed)rode’ boeisels, maar deze keer zijn wij het niet. We prakiseren nog even over welke botter het dan wel zou kunnen zijn. Dit flitscontact met het hoge noorden levert bovendien relevante informatie op over de toegankelijkheid van Noordpolderzijl. De geruchten ginegn dat het (weer) nauwelijks meer toegankelijk is, en dat zelfs zeekanoërs het door het ondiepe slikkerige geultje niet redden. Maar het kan dus, als je geluk hebt; ook locals zitten af en toe twee vloeden vast vlakbij de tweede rijsdam. Dat is nog eens onthaasten op het wad. En dat idee is bijzonder goed voor de vakantievoorpret als je ongeveer tot over je oren, en in je beeldscherm aan het werk bent. Spotters bedankt!
Mooi, hoor. Ik hoop snel weer een keer mee te varen! Veel plezier op vakantie en lekker onthaasten!!!!
Groet Beatrice.