In 2018, Hoorn, Onderhoud, Thuis, Zeilen

Nog steeds is aan boord van de EB5 veel touwwerk en de zeilen gemaakt van plantaardig matriaal: vlas, katoen, hennep, manilla, sisal. En wat natuurlijk is, kan gaan rotten. Zeker bij zomerse temperaturen en een hoge luchtvochtigheid. De vissers van weleer hadden iets bedacht om dat rotten tegen te gaan: het tanen! De taan – thee van cachou, een extract van de acaciaboom – is zuur, en wat zuur is rot niet.

Vroeger taanden de vissers ook hun netten, kleding, klompen en koppen. In zogenaamde taanderijen waarbij de netten en touwen in een taanketel werden gekookt. Afgelopen zaterdag stond ‘onze’ taanketel op het terrein van het Centrum Varend Erfgoed. De vallen verdwenen er enige tijd in, en de fok werd met een luiwagen (bezem) met taan ingesmeerd. En daarna konden de vallen met de hemelboender, vleugel, blokken de mast in: en zeilen maar!

Het was prachtige dag met weinig wind, uitermate geschikt voor een eerste lentewandeling met d’oude dame. Onder het ankerlicht proosten we erop, aangemoedigd door heel veel ganzen, eenden en meeuwen.  De volgende ochtend was het blak. Wachtend op een briesje om ons weer naar Hoorn te brengen, smeerden we nog wat lijnolie, harpuis en bruine teer op de boorden.

Zuiderzee

De golven graven eindeloos op zee
Elkanders graf, bloeien op en vervagen,
Gelijk ook de kleine botters opdagen
Om weer te verdwijnen, van lieverlee.

Water en lucht bouwen groots een allee
Waar in de rukwinden de meeuwen schragen
Achteloos – gelijk de golftoppen dragen
Hun makkers op de wateren benee.

Maar bij de windstilte lijkt het waterveld
Soms een antiek spiegelglas dat, vergrijsd,
Al sinds eeuwen niet meer werd gepolijst:
En de meeuwen krijten eens zo ontsteld,
Hier als verschietende sterren voort,
Elk naar hun eigen rampzalig oord.

Bertus Aafjes (uit Elf sonnetten op Friesland, 1944)

Recent Posts

Leave a Comment

Start typing and press Enter to search