De zon straalt volop, het is een uur langer licht en alles schiet in bloei. Dus was het hoog tijd om het winterkleed weer op te bergen. Het slapen aan boord wordt ook meteen een stuk leuker: bij het wakker worden zie je het zonnetje in de kuip schijnen en de drie hellingkaters vechten hard om wie er in het vooronder in de kooi mag slapen.
Voorafgaand aan een nieuw zeilseizoen valt er altijd weer wat te klussen. Dit weekend hebben we de zwaarden geverfd, net als de deksels van de bun, de sorteerbak en de boeisels. Antiek blauw, antiek rood, antiek wit, alle geverfde delen zien er weer fris uit. Misschien nog een beetje oppoetsen en bijtippen, maar dan straalt de oude dame weer.
De mast is van de boot getild om, na zeven jaar, eens te kijken hoe de voet erbij staat. Mooi droog en schoon! Hij ligt nu naast de loods, met lijnolie in de windscheuren en een glimmend zwarte top. Twee plekjes in het boeisel verdienen nog een (half)houtje. Dus hebben we nog wat gehakt, zodat we volgende keer een nieuw stukje hout op maat kunnen maken om het op te vullen. Dan staat ook op het programma om de plecht te teren en de zwaarden en de gangen zoveel mogelijk in te smeren met harpuis.