Vakantie op het Wad is – althans zoals wij het doen – eigenlijk een beetje raar: je wordt geleefd door het tij en dat betekent dat je soms heel vroeg al aan het zeilen bent omdat de natuur nu eenmaal bedacht heeft dat er meer of minder water komt. Of dat je midden in de nacht uit het knusse vooronder moet om te controleren of het anker na de kentering weer goed gepakt heeft. We maken soms lange dagen, en soms ook niet: dit jaar zijn er – ook weer ingegeven door het weer – in elk geval genoeg ontspanningsmomenten geweest.
De laatste week van de vakantie is inmiddels aangebroken en brengt ons de soort vaardagen die we zo leuk vinden: lang, over routes die de rest van het vaarvolk blijkbaar niet logisch vindt en als het even kan eindigend op een plek waar wederom anderen niet hadden bedacht dat dat ideaal was.
Zo gingen gisteren de zeilen neer onder de kust van Terschelling, nadat we – Midsland ruwweg aanzeilend – het zwaar hard naar boven zagen komen. Wel een beetje pielen met anker en vaarbomen voor we een vlakke droogvalplek hadden gevonden. Het ideale bleek later. De voorraad aan boord begint op te raken. Maar, blijkt wanneer het water weg is, gelukkig is er nog de waddenkeuken: volg gewoon de ankerlijn voor de maaltijd van vandaag.
We bleken op een forse mossel- en oesterbank te zijn drooggevallen. Weinig inspanning nodig voor een ontspannen avondje mossel-eten.
Vandaag verder naar west. De weersverwachting blijkt nog altijd buitengewoon afwijkend van de realiteit. Ondanks dat doen we iedere avond of hij klopt en maken we op basis van de voorspellingen plannen voor de komende dag. In de praktijk staan we op, kijken naar buiten en passen we de plannen aan op basis van ons boerenverstand: er is wind, dus we gaan zeilen, zoiets.
Zo ook vanmorgen. Het plan was of de haven van Terschelling in bij geen wind, of naar Harlingen bij genoeg wind in de ochtend (want hij zou vanmiddag wegvallen, iets cyclonaals ofzo). Realiteit: er was wind, dus op weg. Er bleef wind, dus we zeilden door (laten we 20 mijl extra doen). En de wind viel uiteindelijk toch weg (en maakte plaats voor rare klotszee en regen), dus de laatste paar mijl even op de motor de haven van Den Oever aangelopen. Zo eindigen we weer op de grens van zout en zoet; door de open spuisluizen vingen we al een glimp op van het IJsselmeer. Eerst tijd voor een ontspannend landingsbiertje in de Houtzolder.
Veel plezier in Enkhuizen
,Wij gaan morgen een tochtje maken op de Atlantische Oceaan!
Kijken naar de Clif van Mohir.