En vandaag dan echt van start. Om 12:00 zou de start zijn, maar die liep zoals gebruikelijk door toespraken op de kant weer uit. Toen vervolgens vanaf één van onze boten een oorverdovende knal ten gehore werd gebracht die al het leuterend gepeupel op de kant de mond snoerde gingen we gewoon onze eigen weg. Dus: persend en duwend, schreeuwend en sleurend, bomend en zowaar ook zeilend It Soal uit. Het viel ons mee hoe vooraan in het veld we het knikje bij het torentje van Reid bereikten.
Lekker zeilen buiten, aan de wind richting zuidwest, terwijl we om ons heen de uitwaaierende bruine zeiltjes zagen, gevolgd door het veld van de Strontrace en Beurtveer. Ons eerste trekje met de dwarskuil leverde welgeteld 15 spierinkjes op. Nouja, al het begin is moeilijk zullen we maar denken. Bij de tweede trek viel de wind helaas geheel weg, zodat het sleepnet een zinknet werd. De tweede vangst bestond uit wat schelpjes…
Gelukkig kwam tegen de avond de wind weer, waardoor we ons netje (we mogen naast kuilen ook één netje staand wand neerzetten) konden schieten. Het oppertje voor de nacht vonden we net buiten de haven van Stavoren.
Wat een pettenboot!
Ik weet niet wie die mijnheer is met z’n mooie gebreide trui, maar voor Elburg is hij wel overdwars gebreid!