Ergens in oktober kwam het idee op om dit seizoen te blijven varen tot na kerst. We stelden ons voor dat we bij een strakblauwe vrieskou lucht over een leeg IJsselmeer zouden zeilen. En zo gezegd zo gedaan: na een erg geslaagd “floating dinner” met/bij de mede-schippers in de museumhaven zijn we vlak na kerst gaan zeilen. Alleen was de zonnebrand op sommige momenten meer toepasselijk dan de wanten. Wat een lente-achtige temperaturen!
Er was genoeg wind om een ander voornemen (een rondje over de randmeren) uit te voeren. Te veel om nog even met z’n tweetjes naar het Wad te gaan, maar prima om na een eerste overnachting op het Hooft (vlak voor de Hollandse Brug) de roots van de oude dame te gaanbezoeken. De EB58 heeft haar restauratie ondergaan in Spakenburg. Die indrukwekkende haven (een walhalla voor botterikken en aanverwante bootjesgekken) waren we nog niet binnengevaren, of onze vroegere “botteroppasser” Aart stond al klaar om een lijntje aan te pakken en ons naar een beter plekje te begeleiden. Er leek niets veranderd, alleen was iedereen een paar jaartjes ouder.
Onderweg naar Spaak, vlak na de Stichtse Brug, dachten we even dat met de lentetemperatuur ook de wespen reeds uit hun winterslaap waren ontwaakt (of daar überhaupt nooit aan toe waren gekomen). Het gezoem bleek afkomstig van de drone van fotograaf Hans, die vanaf de kant rondjes om de botter vloog. Hij stuurde ons diezelfde avond nog een fraai filmpje!
Bij het krieken der dag vervolgden we onze rondtocht naar het noordoosten: Elburg. Dankzij een stevige bries vlogen we met 6 knopen en meer over het Nuldernauw, Wolderwijd en Veluwemeer. En ook in Elburg een thuiskomst. Vanwaar de familie van Triest ooit met de EB58 hard werkte om de vis uit de Zuiderzee te vangen, lagen wij nu in het oude haventje, met zicht op de helling van de Botterstichting. De volgende ochtend werden we daar warm ontvangen en konden we de zusjes van de oude dame bekijken die in de loods hun winteronderhoud ondergingen.
We besloten verder te gaan, mede gezien de weersverwachting. De nog voortdurende lentewinter leek eindig. Op oudejaarsdag daarom verder noordwaarts, tot Ketelhaven. De voorspelde windkracht 6+ maakte de passage van de Ketelbrug niet verstandig en de jaarwisseling vierden we in de haven, met zicht op omliggende dorpen en steden en genoeg geknal om er een echt oud-en-nieuw van te maken. De oliebollen kwamen van de vuurduvel en om middernacht deed Urk de horizon in een zee van oranje sterren veranderen.
De wind was de volgende ochtend verdwenen en had plaats gemaakt voor mist. Op een kompaskoers richting de brug en nadat we de spaarzame automobilisten op de A6 even hadden laten wachten gleden we met nauwelijks 2 knopen, maar wel met toenemend zicht, richting Lelystad. Het begon al te schemeren voor we daar arriveerden en door de sluizen voeren. De keuze was gemaakt: door naar Hoorn. Net na de “poepende man” trok het weer helemaal dicht en kwam ook de wind goed door. Het werd een stevige voordewindse koers waarbij langzamerhand het zeiloppervlak minder en minder werd. We meerden uiteindelijk tegen negen uur ’s avonds weer af aan ons steigertje. Een waardig einde van een mooi zeilseizoen.
Kunnen jullie dan zo onder de Hollandse en Stichtse brug doorvaren?
Ben benieuw naar de doorvaarthoogte van de EB58.
Ha Robert.
We kunnen er niet zomaar onderdoor. We hebben een klaptop, waarmee we de bruggen in dit geval met zo’n 40cm speling halen (speling is afhankelijk van golfhoogte en waterstand).
Voor hen die het principe van de klaptop niet kennen, hierbij een foto, net na het passeren van de Stichtse brug. De top staat nog in horizontale stand en middels het meest linker touwtje op de foto kunnen we hem weer verticaal zetten.
Veel platbodemzeilers op de randmeren waren genoodzaakt om een dergelijke aanpassing in de mast te maken toen de Hollandse brug werd geplaatst. Zonder die klaptop waren ze afgesneden van het “grote” water.
Met groet,
Derk
Hoi Derk,
Dat dacht ik al.
Was ff benieuwd omdat ik met mijn Staverse jol HL38 een doorvaarthoogte heb van 12,40 meter wat vrij krap is.
Hartelijke groet,
Robert