Het manilla touwwerk aan boord is prachtig, en ‘authentiek’. Een eeuw geleden hadden ze immers niet anders. Het assortiment aardolieproducten was toen nog lang niet in alle haarvaten van de samenleving doorgedrongen. Touw van kunstofvezel wordt pas sinds midden jaren 60 geproduceerd. Manilla touw is door de touwslager met de hand geslagen van de lange vezels van bananenplanten. Het resultaat is een vrij hard touw, dat nogal vezelig is. Dit in tegenstelling tot vlas en hennep, waar ook touw van werd geslagen en dat heel zacht is voor je handen.
Natuurvezels hebben een veel kortere levensduur dan synthetische, en vergen onderhoud. We hebben het de afgelopen jaren behandeld met teer. En wat we ook probeerden: verdunnen met terpetijn, met lijnolie en een drupje siccatief… het bleef zeer plakkerig, goed voor langdurig ‘plezier’ en muitende opstappers. En het blijft een oppervlakkige behandeling, en wordt de kern van het vaak strakgeslagen touw niet echt vet en dus niet echt geconserveerd. Waar zijn de tijden gebleven dat het touw geslagen werd van geteerde garens… We kunnen in ieder geval zeggen dat we het nog meegemaakt hebben.
In februari hebben we de vallen nogmaals aan een experiment onderworpen: de ene getaand de andere geteerd. De schoten waren aan vervanging toe. Dus dat was weer een lastige afweging. Het niet door en door vette manilla touw, zwelt nogal als het nat wordt door regen of zeewater. Het wordt zoveel dikker dat het niet meer goed voor de blokken van de grootschoot loopt. Even snel de grootschoot los in een netelige situatie is dan geen oplossing meer om vaart te minderen of snel af te vallen. Dus omwille van de veiligheid zijn we overstag gegaan voor de voordelen van modern touwwerk voor de schoten. Dankzij een gulle gever, prijkt de oude dame eind maart met (nu nog) stralend witte schoten die heerlijk zacht aanvoelen.