Koning winter heeft inmiddels ook de oude dame stevig omarmd. Het duurde een tijdje voor de schepen echt ingevroren lagen. Door de wind bleef het lang open en later raakte alles bezaaid met mooie ronde pannekoekjes van ijs: grondijs. Het schijnt dat waterbellen door de wind van de grond naar boven worden gewoeld. Op het moment dat zulke waterbellen aan de oppervlakte komen bevriezen ze onmiddellijk, en vormen een min of meer ronde vorm met een opstaande rand. Aldus leerde ik van Jan van de bunkerboot, alwaar we kwasten en hydrolin bemachtigden. Hoewel het nog steeds vriest dat het kraakt zijn we in gedachten al druk doende met de kluslijst voor als het wat warmer wordt. Naast het stoken van het kacheltje en de jacht op houtjes, beperken de klusjes zich vooralsnog tot krabben van blokken en losse onderdelen, een experiment met teer en touw (daarover later meer) en wat kleine klusjes onder andere aan – jawel – de primus die binnen naast de kachel kunnen worden uitgevoerd. Maar voor smeren is het nog veel te koud …
[vslider name=”dooi”]Recent Posts