Na het knippen- en scheren mocht de dame uiteraard weer haar vertrouwde element in: te water! Na de Workumse Visserijweek volgt altijd een boetedoening: de vissers-voor-een-week komen terug op De Hoop om hun netten te inspecteren, waar nodig te repareren (te boeten) en vooral onder het genot van koffie en thee (en later soep) mooie verhalen te vertellen. Intermezzo dit jaar was de tewaterlating van onze oude dame. Onder toeziend oog van tientallen commentatoren brachten Harold en Lars de botter weer in beweging, terwijl Bertien aan boord een oogje in het zeil hield. Vlot de helling af en met een fraaie plons dook het schip weer het water in. We hebben nog wat spullen aan boord gebracht, zijn door de sluis gegaan en vervolgens It Soal in, op weg terug naar de overkant.
De koers was vrijwel zuid, en laat daar ook de wind vandaan komen. Dat werd dus kruisen. Met de al vrij vroeg invallende duister besloten we het er maar niet op te wagen om de westkust te bereiken. Na enkele slagen zijn we Stavoren binnen gelopen. Mooi op tijd om een rustige avond te hebben, aan boord een beetje op te ruimen en vroeg naar bed te gaan. De volgende ochtend bij het ochtendgloren weer naar buiten en met de nog steeds zuidelijke wind wederom enkele slagen moeten maken om bij de sluis van Enkhuizen te geraken. Maar wat een mooie nazomer nog steeds: blauwe luchten en – door diezelfde zuidelijke wind – nog redelijk aangename temperaturen. Op het Markermeer werd het wat meer bezeild, dus het hoge aan de wind werd bij elk bochtje in de kust steeds ruimer, totdat we vrijwel halve wind op Hoorn konden aansturen. In het goudkleurige avondlicht konden we weer aanknopen aan de steiger waar we de komende maanden in winterslaap gaan. Of misschien niet…
[vslider name=”zuidenwind”]
Mooie plaatjes. D’oude dame lag er zondag verregend en treurig bij!
Wat zijn de werkplannen voor de winter?
Groetjes